Nav de corona-maatregelen kan de gemeenschap tijdelijk niet meer samen komen in de vertrouwde Minnewaterkapel. Er werd beslist om over te stappen naar een huisliturgie. Elke abonnee op de nieuwsbrief krijgt de link doorgestuurd met de teksten en de muziek voor de volgende viering.
Op zondag om 10u30 of op een ander moment dat je past kan wie wil van thuis uit met deze insteek aan de slag, in de wetenschap dat de rest van de gemeenschap met haar of hem verbonden is.
Praktisch:
- Een kleine waarschuwing vooraf: zet je volumeknop in het begin niet te luid om niet verrast te worden!
- Hoe gebruik ik dit?
- je kunt op de tablet of de PC scrollen door de tekst die je hieronder vindt. De muziek staat op de juiste plaats waar je hem nodig hebt.
- Als je het makkelijker vindt om de tekst af te printen, die kun je in makkelijk af te drukken vorm vinden onder deze link (13 bladzijden). Er staat aangegeven waar welke muziek wordt gebruikt (zie hieronder).
————–
————–
OPENINGSGEBED
Naar U sta ik op in de morgen,
Ik zoek Uw aangezicht
Ik vind U in mezelf en in de medemens
De medemens, de enige ware vindplaats waar de zaden geplant zijn om te groeien en te bloeien op de weg die Jezus ons is voorgegaan. Die weg moeten we niet alleen gaan.
Er is de medemens, van wie we dankbaar ontvangen, en met wie we ruimhartig delen.
Naar U sta ik op in de morgen: Red ons, heb ons lief!
————–
VERWELKOMING – KRUISTEKEN
Welkom in deze huisliturgie van de tweede zondag van de advent. We voelen ons verbonden met allen die zich voorbereiden om de komst van Jezus te vieren en te herdenken.
Advent komt van het Latijnse woord “adventus” wat “komst” betekent.
Het is een tijd van verwachting, inkeer en hoop. Dit blijkt zeer duidelijk uit de lezingen van vandaag (Jesaja 40: 1-5, 9-11 en Marcus 1: 1-8).
Wat mogen wij “hopen” en verwachten? Laten we daar straks wat over mijmeren. Hopelijk is het meer dan verwachten dat de winkels weer open gaan (ja, dus); we weer kunnen kerstshoppen en vragen met hoeveel mensen we straks weer aan de kerstdis kunnen zitten.
Laten we deze huisviering beginnen in de naam van Hem die is : “Vader, Zoon en heilige Geest”.
————–
LIED
De nacht loopt ten einde
de dag komt naderbij.
Het volk dat woont in duisternis
zal weten wie zijn heiland is.
Onverwacht komt van heinde en ver
de mensenzoon, de morgenster.
Tekens van sterren, zon en maan,
hoe zal de aarde dat bestaan?
Zo spreekt de Heer: verheft u vrij,
want uw verlossing is nabij.
Wanneer de zee bespringt uw land
en slaat u ’t leven uit de hand,
weet in uw angst en stervenspijn:
uw dood zal niet voor eeuwig zijn.
Ziet naar de boom, die leeg en naakt
in weer en wind te schudden staat;
de lente komt, een twijg ontspruit,
zijn oude takken lopen uit.
Een twijgje, weerloos en ontdaan,
– zonder gestalte, zonder naam.
Maar wie gelooft verstaat het wel,
dat twijgje heet: Emmanuel.
Die naam zal ons ten leven zijn.
Een zoon zal ons gegeven zijn.
Opent uw poorten metterdaad
dat uw verlosser binnengaat.
————–
EERSTE LEZING – Jesaja 40 1-5, 9-11
Troost, troost mijn volk, zegt jullie God.
Spreekt Jeruzalem moed in, maak haar bekend
dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan,
omdat zij een dubbele straf voor haar zonden
uit de hand van JHWH heeft ontvangen.
Hoor, een stem roept:
‘Baan voor JHWH een weg door de woestijn,
effen in de wildernis een pad voor onze God.
Laat elke vallei verhoogd worden
en elke berg en heuvel verlaagd,
laat ruig land vlak worden
en rotsige hellingen rustige dalen.
De luister van JHWH zal zich openbaren
voor het oog van al wat leeft.
JHWH heeft gesproken!’
Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion,
verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem,
verhef je stem, vrees niet.
Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’
Ziehier de Heer, JHWH!
Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen.
Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit.
Als een herder weidt hij zijn kudde:
zijn arm brengt de lammeren bijeen;
hij koestert ze, en zorgzaam leidt hij de ooien.
————–
LIED
Jij mijn herder,
niets zou mij ontbreken.
Breng mij naar bloeiende weiden
doe mij liggen aan vlietend water
dat mijn ziel op adem komt
dat ik de rechte sporen weer kan gaan
achter jou aan.
Niets zou mij ontbreken.
Moet ik de afgrond in, de doodsvallei,
ik zal bang zijn –
ben jij naast mij, ik zal niet doodgaan van angst.
Jij hebt de tafel al gedekt
mijn spotters weten niet wat ze zien:
dat jij mijn voeten wast, ze zalft met balsem
mij inschenkt, drink maar, zeg je.
Niets zal mij ontbreken.
Laat het zo blijven, dit geluk
deze genade, al mijn levensdagen.
Dat tot in lengte van jaren
ik wonen zal bij jou in huis.
Jij mijn herder?
Niets zal mij ontbreken.
————–
TWEEDE LEZING – uit het evangelie volgens Marcus 1, 1-8
Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.
Het staat geschreven bij de profeet Jesaja :
‘Let op, ik zend mijn bode voor je uit,
hij zal een weg voor je banen.
Luid klinkt een stem in de woestijn:
“Maak de weg van de Heer gereed,
maak recht zijn paden!”
Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden.
Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. Ik heb jullie gedoopt met water, maar hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’
————–
OVERWEGING – MIJMERING: WAT MOGEN WE HOPEN
De lezingen van vandaag brengen mij bij de woorden:
verwachting…hoop…vertrouwen…inkeer…visioen…toekomst…
Het visioen van Jesaja drukt de hoop (verwachting) uit van een terugkeer uit de Babylonische ballingschap. Deze ballingschap werd beschouwd als een straf van JHWH voor de wandaden van de Judeëers en Jeruzalem. Hier komt een einde aan en JHWH zal zijn volk terug voeren naar Jeruzalem. Het volk gaat een nieuwe toekomst tegemoet.
In het evangelie van Marcus kondigt Johannes de Doper de komst van Jezus aan. Binnen de grote messiaanse verwachting van die tijd is het Marcus duidelijk dat het Jezus is die de messias is en de zoon van God. Hij kondigt een nieuw tijdperk aan.
Ik wil hier even blijven stilstaan bij de “hoop”. Wat is hoop? Wat mogen we verwachten? Ik doe dit aan de hand van een tekst van Vaclav Havel. Vaclav Havel was een dissidente schrijver onder het communistische bewind in Tsjechoslovakije. Na de omwenteling is hij president geworden en heeft de scheiding van Tsjechië en Slovakije mee begeleid (tegen zijn persoonlijke visie in). Hij was in zekere zin ook een “roepende in de woestijn”. De tekst van Havel plaats ik in vet en schuingedrukt.
“Hoop”
Diep in onszelf dragen wij hoop. Als dat niet het geval is, is er geen hoop.
Vaclav Havel ziet hoop als een innerlijke eigenschap of kwaliteit. Als die er niet is, is er geen hoop. Hij zegt het nog uitdrukkelijker in de volgende zinnen.
Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt.
Hoop is niet voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest, een gerichtheid van het hart, verankerd voorbij de horizon.
Hoop in deze diepe en krachtige betekenis is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat, of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.
Als we hoop te veel richten op de buitenwereld wordt ze vlug toxisch, giftig. Een teveel van een dergelijke hoop (en haar beloftes) botst al vlug met de weerbarstigheid van de realiteit. Ontgoocheling, wanhoop en cynisme liggen dan op de loer. De hoop van Obama (en zijn vele beloftes) werd gevolgd door het ongebreidelde cynisme van Trump.
Vaclav Havel beklemtoont nogmaals.
Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet omdat het kans van slagen heeft.
Uiteraard mag het ook slagen en mogen we ons daarin verheugen, maar dat is volgens Vaclav Havel niet de essentie.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme; evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen.
Het is de zekerheid dat iets zinvol is onafhankelijk van de afloop, onafhankelijk van het resultaat.
In deze zinvolheid wil ik de hoop die uit teksten van Jesaja en Marcus spreekt interpreteren. Uiteraard wordt er in deze teksten ook voorspellingen gedaan en vooruit gekeken. Laten we de visionaire gloed van Jesaja in ons bewaren en koppelen aan de weerbarstigheid van de realiteit. Het visioen (en Utopia) zijn geen concrete doelen of plaatsaanwijzingen (het ligt voorbij de horizon zegt Vaclav Havel) maar richtingwijzers voor ons handelen van elke dag.
Moge deze “hoop” in ons herboren worden
Dan zal het kerstmis zijn.
(ongeacht met hoeveel mensen we maar aan de kerstdis mogen zitten)
————–
LIED
Geschreven staat dat uw messias komt
op zonnevlagen, vleugels van genezing;
en dat Gij komt in hem – wees hier aanwezig
opdat wij in ons vlees uw naam aanschouwen.
Verschijn. De nacht is diep, de dagen leeg.
De mensen sterven en zijn niet gelukkig.
Zoals uw woord in den beginne sprak,
zoals uw licht in den beginne lichtte,
zo kome uw messias, uw knecht-koning,
een mens waarin Gij u te kennen geeft.
In diepe nacht is hij de weg gegaan
die in de afgrond voert der sprakelozen.
Wees hier aanwezig, nu, als toen in hem.
Wij waren ver weg, Gij een vreemde God,
een onbekende naam, een van de velen,
maar hij heeft ons uw naam bemind gemaakt –
een zoon van uw Thora, in U geworteld,
die ons geworden is tot heer en meester.
————–
STILTEMOMENT
————–
TAFELGEBED
Zoudt Gij ooit mij beschamen?
Zendt Uw licht en Uw trouw.
Doe mij gaan op Uw weg.
Gezegend Gij die eeuwig hier nu zijt
Jezus Uw gerechte indachtig
delen wij dit brood en deze beker
sacrament van hoop
dat niets onmogelijk is bij U
en zingen om een nieuwe aarde.
Doe mij gaan op Uw weg.
Zend Uw licht en Uw trouw.
Zoudt Gij ooit mij beschamen?
————–
ONZE VADER IN DE HEMEL
Onze Vader in de hemel
uw Naam geheiligd
uw koninkrijk komend
uw wil geschiedend
zo moge het zijn
op aarde en in de hemel.
Geef ons brood van genade,
morgen, vandaag nog,
kwijt onze schulden,
leer ons vergeven.
Moedig ons aan
dat wij voortgaan
op de weg van het leven.
————–
VREDESWENS
Laten wij ‘vrede’ wensen:
voor de wereld,
voor de mensen met wie wij willen (of moeten) samenleven,
voor onszelf; dat er vrede is in ons.
Vrede voor ons allen.
————–
VOORBEDEN
Laten wij ook bidden voor deze ‘vrede’ en onze gebedsintenties aan de stilte en God toevertrouwen.
Ubi caritas et amor,
ubi caritas, Deus ibi est.
(Waar vriendschap en liefde is,
daar is God)
————–
SLOTGEBED – Psalm 84, 9-14
JHWH, God van de hemelse machten, hoor mijn gebed,
luister naar mij, God van Jakob.
God, onze schild, zie naar ons om,
sla goedgunstig het oog op uw gezalfde.
Beter één dag in uw voorhoven
dan duizend dagen daarbuiten,
beter op de drempel van Gods huis
dan wonen in de tenten der goddelozen.
Want JHWH, God, is een zon en een schild.
Genade en glorie schenkt JHWH,
Zijn weldaden weigert hij niet
aan wie onbevangen op weg gaan.
JHWH van de hemelse machten,
Gelukkig de mens die op u vertrouwt.
————–
SLOTLIED
Ga
tot de einden der aarde
tot het uiterste
daar zal liefde zijn:
ga!
————–
Met dank aan
- André Nuytemans voor deze tweede adventsviering
- Lieve Boone voor het aanleveren van de muzikale ondersteuning
- Patrick Delanoeye voor de website
————–
Via deze link is het mogelijk opmerkingen te bezorgen over deze en vorige viering(en).
————–